Win-Digipet Nederlandstalig forum > Win-Digipet Nederlandstalig forum
Remmen en de CVs in WDP
Rupert van Swol:
Zoals Bob Vermeulen het omschreef weer een interessante dag.
Hier mijn bijdrage van de discussie die ontstond over rijgedrag van sommige locomotiefjes.
Gezien de grote diversiteit in deze Culemborg groep, waarbij elke gebruiker naast de nukkigheid van zijn DCC Centrale, daarbij ook dat de locomotieven over verschillende decoders , en motoren beschikken, zie hier de vragen waarom die lok met die decoder niet goed valt in te regelen in Windigipet.
Belangrijk is dat er eerst aan bepaalde voorwaarden moet worden voldaan.
1- de Infrastructuur Rails en wissels moet zorgvuldig aangelegd zijn.
2- de Hardware DCC centrale , schakel decoders en met name de terugmelders op de terugmeld bus zoals ( BidiB ) ( LocoNet ) ( Xpress bus ) en nog vele andere afgeleide varianten moeten goed op elkaar zijn afgesteld. c.q ingeregeld e.e.a rekening houdend met de grote van de Baan.
Ik heb op mijn baantje een BiDiB systeem voor aansturing locomotieven en de Railcom terugmelders. De Lenz centrale is voor de aansturing van de seinen en wissels en het programmeer spoor.
3 overig rijgedrag via Windigipet ( snelheidsmeting ) en software matige finetuning.
Als eerst aan deze voorwaarden is voldaan en de lok het gewenste rijgedrag toont ( handmatig ) met de ingestelde max snelheid , optrek vertraging, rem weg.
Dan pas kan in Windigipet de zogenaamde fine tuning doen binnen de range die in de Cv waarden van de decoder zijn vastgelegd.
Het programmeren van de decoders, hoe doe ik dat.
Om decoders makkelijk te kunnen programmeren en om de gegevens van de instellingen op te slaan, is verstandig om gebruik te maken van een programmer zoals de ESU programmer of de Lenz programmer.
In Windigipet is ook een programmer aanwezig. Veel basis waarden van decoders worden mee geleverd.
Het grote voordeel van deze programmer in Windigipet is het opslaan van de instellingen per loc is.
Dat indien er instellingen verloren zijn gaan of er een decoder defect zou gaan en vervangen moet moeten worden, deze opgeslagen CV instellingen in één handeling terug geprogrammeerd kunnen worden.
Er zijn een aantal basis instellingen die belangrijk zijn voor het goed functioneren van de decoder en locomotief. Één daarvan is het adres voor de locomotief (CV1), deze moet uniek zijn.
Naast het adres zijn de belangrijkste CV instellingen die worden gewijzigd CV2 t/m CV6, en CV 29.
Als eerste wordt er een uniek lokadres gekozen wordt en geprogrammeerd in de CV1 van de decoder.
Ik zelf maak geen gebruik van lange loc adressen. In een later stadium kunnen we hierop terug komen, in deze is het niet zo belangrijk, zolang deze maar lager is dan 99 en uniek is.
De volgende belangrijke stap is het instellen van CV waarde van CV29.
Deze stel ik voor elke loc in op:
Normale rijrichting, 28 rijstappen, Analoog en digitaal bedrijf ingeschakeld.
De rest van de opties staan bij mij uit. Dit resulteert voor de meeste decoders in CV waarde 6.
Nu wordt er handmatig een proef ronde mee gereden om te controleren of alles naar behoren werkt.
In sommige gevallen, moeten ook de CV waarde van lastregeling (de Back EMF control) worden aangepast.
Hierbij gaat het om de instellingen van CV52 t/m CV 56 worden aangepast.
In het geval dat de loc een vreemd rijgedrag vertoont, zoals schokkerig rijden of onregelmatige loop ( wat meestal gebeurd in het onderste regelbereik), wordt het tijd om deze waarde aan te gaan passen.
Deze CV instelling kunnen voor de nodige hoofdbrekens zorgen.
Zonder te weten wat bepaalde instellingen doen, kun je de regeling zodanig "verpesten", dat de loc nog slechter gaat lopen."
Hieronder de werkwijze die ik hanteer indien deze CV´s aangepast moeten worden.
Instellen van de lastregeling.
De lastregeling zorgt er voor dat de loc eenzelfde snelheid houdt bij wisselende belasting.
Soms blijkt dat de standaard instellingen niet voldoet en is de regeling te fel of regelt de snelheid niet goed.
Het kan soms lastig zijn om hier de juiste balans in te vinden, maar bij een onregelmatige loop wordt als eerste de CV52 aangepast.
Indien veranderingen hierin geen of onvoldoende resultaat geven, kunnen we een eind op weg geholpen worden door een niet gedocumenteerde instelling.
Met deze instelling is het mogelijk om de decoder zelf de beste instelling te laten programmeren in CV 53 t/m CV56.
Het is niet zeker of de nieuwe waarde die door deze procedure worden vastgelegd in de decoder ook het beoogde resultaat geven.
Alvorens deze methode uit te voeren, worden de waarde die in CV53 t/m 56 (al dan niet gewijzigd) eerst even uit gelezen en genoteerd.
Dan ga ik als volgt te werk:
• Programmeer CV54 met de waarde 0
• Plaats alleen de locomotief op een recht stuk spoor. Hierbij moet er een uitloop zijn van minimaal 2m.
• Zorg dat het adres van de decoder is geselecteerd op de regelaar en dat de snelheid op 0 staat.
• Kies nu functie F1.
• De locomotief maakt nu automatisch een “sprong” naar voren.
De decoder stelt nu de karakteristiek van de motor vast en overschrijft de waardes in de adressen CV53, 54, 55 en 56.
Nu worden handmatig de CV's 53 t/m 56 uitgelezen en genoteerd.
Bovenstaande wordt 3 keer herhaald en wordt het gemiddelde van de 3 gemeten per CV waarde bij de desbetreffende CV ingevoerd.
Opnieuw worden er wat proef ronde gereden om te controleren of de loc nu "lekker" rijdt.
Met name het langzame optrekken en afremmen moet "gladjes" verlopen.
Zo niet, dan worden de CV's 52 t/m 56 handmatig "bijgesteld".
Bij het aanpassen van de CV's moet je wel een beetje weten wat je doet. Hiervoor hanteer ik de volgende richtlijnen.
• CV52: Regelparameter K bij lage snelheid. (0-255, standaard 32)
In CV52 wordt de K parameter van de lastregeling opgeslagen bij lage snelheid.
Deze geeft de sterkte van de regeling in het onder bereik aan. Hoe groter de waarde, des te sterker zal de decoder proberen om de motor bij te regelen indien het toerental aangepast moet worden.
De K waarde moet je veranderen indien de loc in de laagste stand(en) van de regeling schokkerig loopt.
Ik verklein eerst de waarde in stappen van 5 om na te gaan of de loc dan regelmatig loopt in de laagste stand.
Zo niet dan probeer ik om de waarde in stappen van 5 te verhogen om na te gaan of dit verbetering geeft.
Bij sommige motoren kan het nodig zijn om CV2, de startspanning, aan te passen naar een waarde tussen 4 en 6 om een zuiver gedrag in stap 1 te verkrijgen.
• CV53: Instellen referentiespanning. (0-255, standaard 140)
In CV 53 wordt de waarde vastgelegd voor de referentiespanning van de tegen EMK, die bij het maximum toerental van de motor wordt opgewekt.
Indien de loc bij ¾ van het regelbereik reeds zijn maximum heeft bereik en het toerental bij het overige deel nauwelijks of niet meer veranderd, pas ik de waarde in stappen van 5 naar beneden aan.
• CV54: Regelparameter K. (0-255, standaard 48)
In CV54 wordt de K parameter van de lastregeling opgeslagen. Deze geeft de sterkte van de regeling aan.
Hoe groter de waarde, des te sterker zal de decoder proberen om de motor bij te regelen indien het toerental aangepast moet worden.
Deze K waarde verander ik indien de loc over een breed regelbereik schokkerig loopt.
Ik start met het verklein van de waarde instappen van 5 totdat de loc regelmatig loopt.
Indien de loc alleen in het lage bereik nog schokkerig maar in het midden gebied en hogere gebied goed loopt, moet CV 52 een waarde krijgen die 5 tot 10 hoger is dan de waarde in CV 54.
• CV55: Regelparameter I. (0-255, standaard 32)
In CV55 wordt de reactietraagheid van de van de motor vast gelegd. Motoren met een groot vliegwiel of met een groot en/of zwaar anker zullen trager reageren dan motoren zonder vliegwiel of glockanker motoren.
De waarde moet aangepast worden indien de loc in het onder bereik van de regeling een kleine sprong maakt of onregelmatig loopt.
Vergroot de waarde in stappen van 5 indien de loc geen of een klein vliegwiel heeft of verklein de waarde in stappen van 5 indien de loc is uitgerust met vliegwiel totdat deze rustig loopt.
• CV56: Regelbereik. (1-255, standaard 255)
CV 56 bepaald tot hoeveel % van het totaal bereik de lastregeling invloed heeft.
Bij een waarde van 32 is de lastregeling na het bereiken van de halve snelheid al uit geschakeld.
Als er na het eventuele aanpassen van deze CV's de proef rondes bevredigend zijn, volgen nog een paar laatste stappen om het programmeren af te ronden.
De volgende stap is dat de CV waarde van CV2 aangepast wordt om de minimale snelheid in te stellen. Hierbij moet de loc in laagste stap (1) net gaan rijden.
Rijdt de loc in de laagste stand wat onregelmatig, dan kan eventueel CV 52 aangepast worden.
Als laatste worden de CV waarde van CV3 en CV4 (optrek en afrem vertraging) op 3 gezet (bijna laagst mogelijke waarde), dit om straks problemen in Windigipet met de betrekking tot het afremmen en optrekken te voorkomen
In Windigipet kun je namelijk de massa simuleren. Indien de waardes in CV3 en/of CV4 te hoog staan, kan dit verkeerde resultaten geven bij het afremmen in de blokken bij koploper.
De reden dat ik deze niet op de laagste waarde wordt gezet, heeft te maken met de overgang tussen twee snelheidsstappen.
Indien hier totaal geen vertraging tussen zit, zie je dat de loc met schokjes optrekt en afremt.
Voer je een waarde in die iets groter is dan de laagst mogelijke waarde, dan verloopt de overgang tussen de stappen ( met name in het lage deel) wat gelijkmatiger.
Stel een echte BR89 (T3 ) heeft een max snelheid van 40 Km per uur . Jouw lok met de pas in gebouwde decoder geeft deze lok een gemeten snelheid van 110 km , dan wordt er in de meeste gevallen de max snelheid in Windigipet naar beneden gebracht.
Wat er in feite gebeurd in Windigipet, is dat het stappen bereik tot 10 snelheidsstappen in plaats van de 28. Immers stap 11 tot en met 28 zijn allemaal software matig boven de max snelheid gekomen . Dan is het ook niet raar dat deze lok niet echt fraai rijdt en de schuifregelaars op de lokinstelling pagina in Windigipet nauwlijks effect sorteren.
Door de CV waarde van de curve in de decoder zelf te veranderen, waarbij rijstap 28 ook 40 km/h is dan kan Windigipet deze lok zeer goed aansturen en zal deze lok ook een mooier rijgedrag laten zien.
Indien alles naar tevredenheid is geprogrammeerd dan worden de gegevens opgeslagen onder een unieke naam in Windigipet. Maak een Backup en wees er zuinig op, immers er zitten best veel hobby uren in
Ik gebruik doorgaans de merknaam de catalogusnummer van de decoder, aangevuld met een loc nummer. ( lenz_gold+1043_Br89T3adrr89
In de bijlage een tweetal excel sheets, ik heb ze sinds 1998 in het bezit weet niet wie de maker is.
Ik gebruik ze op regelmatige basis om alle decoder stappen te verdelen ( 28 ) tussen nul en de gewenste snelheid.
Ik wil een ieder bedanken voor deze dag.
met vriendelijke groet.
Rupert van Swol
Bob Vermeulen:
Goede middag allen.
Mooi verhaal en duidelijk weergegeven. Nu weten we ook hoe dat met die motor inregelen werkt. 8) :)
Als aanvulling wilde ik 2 dingetjes kwijt:
Als je alleen digitaal rij zet dan CV29 zodanig dat de lok alleen Digitaal kan rijden en niet analoog kan rijden. Dat voorkomt storingen.
Ten teweede regel ik CV5 direct direct op de decoder zodanig dat hij de max snelheid heeft die ik op de baan wil rijden met de lok en niet de snelheid die hij in 1:1 kan rijden. Met andere woorden een lok kan 1:1 200 km/ uur rijden maar op mijn baan rij ik max 100 met die lok, dan regel ik max 100 in want dan is de 100km/28 stappen mooier verdeeld
Dat is met name een groot voordeel voor loks die in het lagesnelheid berijk dan een mooiere verdeling hebben.
@Jan: je schreef
--- Zitat --- en daarna de remcorrecties (twee richtingen) afgesteld
--- Ende Zitat ---
Daar was bij ons ook nog een vraag over en die bleef onbeantwoord. Hoe doe je dat in WDP?
Stel de snelheid vooruit is 150km en de sneheid achteruit is 80km. Hoe kan je dan de remcorrectie voor de verschillende snelheden inregel (2 richtingen)
Mvrgr Bob
Rupert van Swol:
Remvertraging voor achteruit >:(
Zoals ik eerde schreef , de remvertraging wordt in de CV4 geregeld.
Deze vertragingen zijn snelheidsafhankelijk en niet richting afhankelijk.
Immers er is een kwadratisch verband tussen de snelheid en remweg om tot stilstand te komen.
Bij een maximumsnelheid V3 krijg je de remweg S3. Dus langer .
Bij een lagere snelheid V1 remt, de loc met de kortere remweg S1.
De lengte van de remweg neemt kwadratisch toe met de aanvangssnelheid.
Dat houdt in dat als de aanvangssnelheid verdubbelt, de remweg verviervoudigt.
Bij een verdrievoudiging van de aanvangssnelheid wordt de remweg negen maal zo lang. Verder is de remweg omgekeerd evenredig met de remvertraging: een halvering van de remvertraging verdubbelt de lengte van de remweg.
Maar er is een optie voor een variabel remweg ( Let op dit is is wel centrale afhankelijk)
Normaal gebruikt de loc in de decoder de start- en vertragingswaarden die zijn ingevoerd in CV3 en CV4.
Als je echter voor een bepaalde situatie een kortere remweg in Windigipet wilt gebruiken, kunt je een alternatieve versnelling en vertraging gebruiken zonder de CV3 en CV4 te moeten wijzigen.
Hiertoe worden eerst alternatieve waarden ingevoerd in de CV103 en CV104.
Deze alternatieve waarden kunnen vervolgens weer via een locfunctie worden geactiveerd.
De functie die je hier gebruikt, wordt bepaald door de waarde in de CV47 te veranderen (waarde = 1 voor functie 1, waarde = 2 voor functie 2, etc.).
Als je de alternatieve start- en remvertraging niet wilt gebruiken, schrijft je de waarde 255 in de CV47.
bijvoorbeeld:
Je wilt de remvertraging vermeerderen met functie 12, d.w.z. een "knop voor remmen" configureren.
• Stel in uw centrale eerst de functie in op "kortstondig bedrijf".
Alternatieve start- en remvertraging in de lokdecoder
• Voer in de CV103 dezelfde waarde in als in CV3, in CV104 een veel lagere waarde dan in CV4.
• Schrijf de waarde 12 (voor functie 12) in de CV47.
Als Windigipet de snelheid van de loc verlaagt, treedt eerst de remvertraging van CV4 in werking.
Activeer je nu de functie 12 bv in het lok profiel dan treedt de lagere waarde in CV104 in en vertraagt de loc nog meer.
De functie 12 is ingesteld op tijdelijke bediening, dus dit sterkere remmen vindt alleen plaats zolang het in het lokprofiel is aangeven en als je op de toets voor F12 drukt.
Ik heb nergens in Wndigipet een remregelaar voor achteruit gevonden ( wie kan me hier verder helpen )
Dus nooit meer op het stootblok klappen of een kuiltje graven in de rails
met vriendelijke groet,
Rupert van Swol
jlt:
Beste Rupert,
--- Zitat ---Remvertraging voor achteruit >:(
Zoals ik eerde schreef , de remvertraging wordt in de CV4 geregeld.
Deze vertragingen zijn snelheidsafhankelijk en niet richting afhankelijk.
--- Ende Zitat ---
Als je praat over achteruit rijden of vooruit rijden, dan zijn beiden richtingsafhankelijk.
Daar in elke loc maar 1 locomotief decoder kan herbergen, is vooruit en achteruit fysiek uit de motorische eigenschappen en niet de rijeigenschappen. Rijeigenschappen zijn combinaties van motor, tandwiel constructies e.d. geregeld.
Wanneer we puur de motor eruit halen en de CV3 en CV4 waarden van draairichting veranderen, dan zijn de draairichtingen met de bijbehorende optrek en afremmen exact hetzelfde. De Kentline waar de motor prestaties wordt weergeven (dat is te zien onder WDP decoder programma.) Dan vindt je ook alleen 1 Kentline grafiek voor de beide draairichtingen c.q optrek en afremmen. Daar is ook in WDP lineaire 1 remcorrectie aangebracht.
Jouw voorgestelde CV103 en 104 afstelling behoort onder deze categorie, maar ze zijn fabrieksmatig afgesteld. Experts als jij waar je het goed heeft te weten onderbouwen, weten daarmee te kunnen experimenteren (op eigen risico).
Maar voor een gemiddelde WDP gebruikers is dat niet te doen, temeer dat het ook afhankelijk is van de type digitale centrale (NMRA normalisatie geregeld).
WDP gaat ervan uit dat met minimale CV waarden correcties, en dat zijn in de meeste gevallen de CV3 en CV4.
Daar als argument ter verbetering voor de Remcorrectie bij het vaststellen van een Stop sectie, om onder de Duitse thema te blijven "Anhaltpunkt".
Uit ervaring is gebleken dat (zoals reeds is gemeld) wanneer een locomotief is uitgerust met sound, rookgeneratoren, digitale koppelingen en allerlei functie mogelijkheden, dat het invloed heeft op de CV3 en CV4 waarden. Hierin heeft Batterman kunnen vaststellen dat de CV3 en 4 een hogere waarden worden toegekend.
Maar ……. ik zag dat jullie in Culemborg over dat thema te hebben gebrainstormd en met de vraag, waarom niet een Remcorrectie kan worden gebruikt bij achteruit rijden!. Want achteruit of vooruit rijden zijn (blijkbaar) twee praktische rijeigenschappen die verschillend kunnen zijn bij het inmeten daarvan.
Het moet niet zo zijn dat achteruit 80 km/hr en vooruit 150 Km/hr wordt gemeten. Dan heeft die locomotief een stevige onderhoudsbeurt nodig!!.
Het verschil tussen die twee rijeigenschappen parameter mag empirisch niet meer zijn dan ongeveer 10 km/hr.
Die 10 Km/hr kan het verschil maken bij het achteruit rijden.
Ik heb met de software ontwikkelaar vandaag over gecorrespondeerd.
De software ontwikkelaar neemt jullie vraag in behandeling!, met als de bedoeling dat de remcorrectie richtingsafhankelijk kan worden afgesteld (dus beiden richtingen afstellingen).
In de eerste instantie blijft de huidige remcorrectie staan.
Ze gaan binnen de WDP team erover discussiëren, omdat dit nog niet planmatig is opgenomen.
We wachten het af, wat dat wordt.
Jullie hebben in Culemborg dit wel als Punt aangemerkt!.
Met als onderbouwing van Rupert.
Bedankt voor jullie positieve bijdragen.
Met vriendelijke groeten,
Jan
Rupert van Swol:
Hoi Jan,
bedankt voor de feedback,
Ik ken de begrippen decoderkenline die opgebouwd is, uit verschillende CV waarden per snelheids trap.
Ik heb vaag het vermoeden dat Windigipet zoveel als mogelijk ook met oudere bestaande decoders ( max 14 snelheids trappen ) uit de voeten wilt en zo de calibratie t.b.v het snelheids profiel maar maximaal uit 15 stappen bestaat. Voor de 28 stappen decoder wordt de tussenliggende waarde berekend.
Deze gemeten snelheidsprofiel wordt zowel voor vooruit en eventueel achteruit gemaakt
Jan dan maakt het toch niet uit of de lok met "onderhouds achterstand " in voorwaartse stand 120 km loopt en achteruit 80 km.
Voor het remmen maakt het niet uit, immers zoals je schrijft het is een eenparige vertraging ( liniair verloop )
Snelheid 120 km heeft een lange remweg dan de snelheid 80.
In WDP voer ik voor het rijgedrag voor mijn spoor nul locomotieven een sterke expontentiele kenlijnvan 7 stappen.
Doe je niets dan heb je een mooie liniaire kenline.
Uit de bijgeleverde excel sheet heb ik de Cv waarden overgebracht in de decoder. en toen een snelheids meting laten verzorgen via de Railspeed van LS digital.
Op het moment dat de lok wordt in gemeten door WinDigipet ""Fahrzeug einmessen dan wordt de theoretische rijdag aan de hand van de ingebrachte decoder kenlijn gedaan . Via een meting komt het daadwerkelijke snelheids profiel tot stand.
Ik mag toch hopen dat Windigipet het gemeten snelheids profiel gebruikt om een remweg te bereken tot het stoppunt.
In de bijlagen de snelheids metingen van de T3 van Lenz.
Het eerste plaatje is de in excel berekende expontiele kenlijn.
het tweede plaatje is het snelheids profiel in windigipet
het derede plaatje is de decodere kenline in windigipet
het vierde bijlage is een excel document ( er staat Lenz in maar is gewoon aan de hand van de NMRA standaard
Persoonlijk Wensje
Ik zou graag een dynamisch rem profiel per lok in Windigipet laten opbouwen aan de hand van de terugmelders in de INZF. volgens mij is het invoeren daarvan niet echt moeilijk.
A de lengte van de terugmelders is bekend
B de ofsset van het contactgevende wiel is bekend
C de computer tijd van 1 contact op de GBM XX is bekend
D de vertraging van de lok is bekend
E de software berekend de delta aankomst tijd naar het volgende contact GBM XY ( ETA bezetmelder XY)
F de Berekende ETA voor GBM XY wordt vergeleken met de daadwerkelijk meldings tijd van GBM XY
Het verschil in tijd is de fout in cm naar het stoppunt. en wordt als eventuele correctie voor de volgende keer naar het dynamische lokprofiel geschreven. ( zgn remfiles )
Dat geeft m.i veel betere prestatie , Motoren kunnen warm of koud zijn, maar ook het massagewicht van de wagons hebben invloed op de remweg en andere externe factoren.
Het is e.e.a ook zonder deze meting mogelijk, maar het is gewoon lelijk als een lok een trein twee en vervolgens dan weer 5 cm opdrukt , of 5 cm te vroeg daar de sleep in de bocht staat ( extra weerstand )
Corrigeer me als ik het fout heb, tenslotte ben ik een leek in Windigipet land.
met vriendelijke groet,
Rupert van Swol
Navigation
[0] Themen-Index
[#] Nächste Seite
Zur normalen Ansicht wechseln